De 5 elementen van een modern trainingsecosysteem
Geschreven door Marijn de Geus | 15 maart 2016De 21e eeuw heeft veel veranderd in het brein van de moderne mens. Onze toenemende digitale afhankelijkheid gaat gepaard met een lagere aandachtsspanne en afleiding van alle kanten. Conventionele training mist het antwoord op deze uitdagingen. Een modern trainingsecosysteem vraagt vijf noodzakelijke elementen.
Nog maar 15% van nieuw aangeleerde vaardigheden wordt succesvol toegepast. Niet zo gek dus dat driekwart van het senior management ontevreden is met de functie van Learning & Development in hun bedrijf, vat Grovo samen. Constant veranderende ontwikkelingen vragen om een trainingsecosysteem hier mee om kan gaan. De belangrijkste pijlers hierin zijn:
1. Microtraining
Content moet klein zijn. In een tijd van concentratietekorten en korte aandachtsbogen mag het aanleren van een nieuwe vaardigheid niet te veel tijd achtereen kosten. Beter is het om ze op te knippen in deelvaardigheden en deze zo te brengen dat ze in een kwartiertje geleerd kunnen worden. Dat maakt microtraining sneller, eenvoudiger en goedkoper te creëren en updaten dan traditionele content. Trainers kunnen de verspreiding van lessen finetunen en ze afwisselen met tests en praktijkitems.
2. Training als water
Microtraining werkt alleen als leren altijd en overal beschikbaar is. Zoals een nutsvoorziening. Denk aan water op je kantoor: je haalt het uit de waterkoeler tegen de muur, in de keuken of uit het flesje in je tas. En thuis is het net zo makkelijk te vinden. Training hoeft geen luxe te zijn, het moet net als water zo vanzelfsprekend zijn dat je jouw gewoonten erop aansluit. Een modern trainingsecosysteem is dus:
- Push en pull: trainen wanneer je wilt en een notificatie als nieuwe content klaarstaat.
- Altijd toegankelijk: beschikbaar op elk device, van je laptop tot je mobiel of tablet.
- Vanzelfsprekend: net zo simpel in gebruik als een waterkoeler.
3. Onderdeel van het geheel
Een modern trainingsecosysteem is in lijn met de mensen, de cultuur en de strategie binnen een organisatie. Werknemers kennen en merken continue het belang van hun ontwikkeling, zowel voor de organisatie als geheel als voor zichzelf. Betrokken managers en leidinggevenden zijn in zo’n omgeving onmisbaar.
4. Practice makes perfect
Om precies te zijn: realistic practice makes perfect. Gebruik daarom scenario’s en simulaties die de deelnemer direct in de training trekken. Scenario’s die rechtstreeks uit de praktijk komen en daardoor in diezelfde praktijk weer met vernieuwde vaardigheden aangepakt kunnen worden. Het uiteindelijke resultaat is onbewuste bekwaamheid: de vaardigheid is zo vaak toegepast, dat het automatisch goed gaat.
5. Affectief
Training die de emoties van de deelnemer aanspreekt, heeft een groter effect. Video helpt hierin, maar ook het feit dat de training beschikbaar is op precies het moment dat de deelnemer er behoefte aan heeft. Als hij die middag een belangrijke presentatie moet geven, bijvoorbeeld. Zo dicht mogelijk bij de emotie in de praktijk.
Deze elementen zorgen voor effectiever trainen. Lees er meer over in ons e-book "Motiveer je Medewerkers"!